Prioritaire gebieden
Leidsche Rijn
In Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern wordt gewerkt aan duurzame gezonde verstedelijking. Ook in 2016 wordt een beroep gedaan op ontwikkelende partijen om woningen met een EPC 0 te ontwikkelen. Op gebiedsniveau wordt een duurzaam watersysteem toegepast met een gescheiden stelsel en infiltratie in de bodem. Er komen snelle fietsroutes om het gebruik van de fiets te stimuleren. Alle wegen zijn 30 kilometer per uur, behalve de doorgaande routes, zoals de Vleutensebaan, Huis te Vleutenbaan, Langerakbaan, Middelweerdbaan, Stadsbaan en twee verbindingswegen. De A2 en de Stadsbaan Leidsche Rijn zijn in een tunnel gebracht, zodat daaromheen en erbovenop een gezond leefgebied ontstaat.
[Groot Zandveld YvM 4 april 2016]
In Leidsche Rijn zijn begin 2016 circa 22.000 woningen gerealiseerd of in aanbouw. De komende jaren komen daar nog ruim 9.000 woningen bij. Van de geplande ruim 700.000 m2kantoorvloeroppervlak is inmiddels ongeveer 40 procent gerealiseerd. Ook is nog bijna 60 hectare. bedrijfsterrein beschikbaar, terwijl sinds 1997 al een vergelijkbare hoeveelheid is uitgegeven.
Het overgrote deel van de infrastructuur is inmiddels gereed, nadat in 2015 de Stadsbaantunnel is geopend. Het oostelijk deel van de Vleutensebaan en de HOV-baan door Leidsche Rijn Centrum zijn de laatste hoofdwegen die nog in ontwikkeling zijn. De nota 'Ruimtelijke Strategie 2016: Utrecht kiest voor gezonde groei!' heeft het verder bouwen aan Leidsche Rijn als uitgangspunt. Leidsche Rijn Centrum wordt aangegeven als één van de drie economische ontwikkelingsgebieden van Utrecht. In 2016 start daar de realisatie van de bovenbouw van het kernwinkelgebied. Er wordt een begin gemaakt met de realisatie van drie nieuwe deelgebieden: in Leeuwesteyn, Leidsche Rijn Centrum Oost en Rijnvliet wordt grond bouwrijp gemaakt voor de bouw van opgeteld circa 3.000 woningen.
[21050805- 153941]
Bouw en oplevering van woningen vindt in 2016 vooral plaats in Hoge Weide, Grauwaart (2e fase), Het Zand, Terwijde, Vleuterweide en het Máximapark (Park Zuid). In Leidsche Rijn Centrum Noord start de woningbouw.
[DSC07183]
Voor Haarzicht en Haarrijn volgen besluiten over de realisatie van woningbouw.
Pas na 2016 verwachten we dat er ruimte op de markt ontstaat voor de ontwikkeling van nieuwe kantoren. Uitgifte van bedrijfsterrein concentreert zich in Haarrijn en Oudenrijn. Dit jaar start het bouwrijp maken van Hooggelegen, het gebied tussen de Letchertweg en de A2.
Stationsgebied
2016 is het meest intensieve bouwjaar tot nu toe in het Stationsgebied, zowel op het gebied van infrastructuur en openbare ruimte als voor de vastgoedprojecten.
De eerste helft van 2016 wordt volop doorgebouwd om het definitieve busstation aan de Jaarbeurskant van Utrecht Centraal op 2 juli in gebruik te kunnen nemen. Daarna kan er volop gebouwd worden aan het bus-/tramstation aan de Centrumkant met erbovenop het Zuid gebouw (Het Platform, een gebouw met hoofdzakelijk appartementen). Aan de westkant van het station wordt volop gewerkt aan de parkeergarage onder het Jaarbeursplein en aan de uitbreiding van het plein zelf.
[MPSO 2016 hoofdstuk V 1]
Eind 2015 en begin 2016 is het eerste deel van de Moreelsebrug geplaatst; het laatste deel volgt na de zomer van dit jaar als aan de centrumzijde ruimte is vrijgekomen. Ook wordt in 2016 aan de westzijde begonnen met de bouw van het World Trade Centre, de verbouwing van de Knoopkazerne tot Rijkskantoor de Knoop en de eerste deelontwikkeling aan de Van Sijpesteijnkade met appartementen, inclusief de herontwikkeling van het monument. De bouw van de bioscoop van Kinepolis is al gestart en er wordt verder gewerkt aan het Stadsplateau. De nieuwe stationshal van Utrecht Centraal is eind 2016 af.
[MPSO 2016 hoofdstuk V 2 moreelsebrug]
Eind 2015 en begin 2016 is het eerste deel van de Moreelsebrug geplaatst; het laatste deel volgt na de zomer van dit jaar als er aan de centrumzijde ruimte is vrijgekomen. Ook wordt in 2016 aan de westzijde begonnen met de bouw van het World Trade Centre, de verbouwing van de Knoopkazerne tot Rijkskantoor de Knoop en de eerste deelontwikkeling aan de Van Sijpesteijnkade met appartementen, inclusief de herontwikkeling van het monument. De bouw van de bioscoop van Kinepolis is al gestart. En er wordt verder gewerkt aan het Stadsplateau. De nieuwe stationshal van Utrecht Centraal is eind 2016 af.
Deze zomer stroomt het water van de singel ook voor het terras van TivoliVredenburg. Het verder terugbrengen van de singel gebeurt de komende drie jaren in fases (tegelijk met ontwikkeling van Hoog Catharijne) om in 2019 uit te komen bij de Marga Klompébrug. Met het zekerstellen van het resterend budget in de Voorjaarsnota kan eind 2017 gestart worden met het aanleggen van de laatste meters en is het rondje singel een feit. De bouw van Hoog Catharijne gaat volop door. Met de verschuiving van de busbaan richting busstation Centrumzijde naar haar definitieve plek, parallel aan spoor 1, is er ruimte om het eerste deel van de fietsenstalling te kunnen afbouwen. Tevens wordt in dat gebied in 2016 gestart met het Voorzetgebouw fase 1, het Paviljoen en het Noordgebouw. Medio 2016 kan het fietspad vanaf de Van Sijpesteijntunnel naar het Vredenburg rechtgetrokken worden onder het nieuwe viaduct door. Nieuw groen verschijnt bij de kades en groenstroken langs de ‘nieuwe’ singel en op de Moreelsebrug. Ondanks al deze bouwwerkzaamheden blijft dit intensief gebruikte gebied toegankelijk tijdens de werkzaamheden.
[MPSO 2016 hoofdstuk V 3 mannen die het doen]
Er worden succesvol afspraken gemaakt over Social Return; het vliegwiel om mensen duurzaam aan de slag te helpen. De volledige lijst met projecten is als bijlage bij het MPSO gevoegd. De tweede fase van het Stationsgebied geeft invulling aan het Nieuwe Centrum. A Healthy Urban Boost; intensieve verdichting, maar wel gezond en duurzaam. In 2015 is de Toekomstvisie hiervoor vastgesteld. Brede participatie volgt na de zomer en alle informatie wordt verwerkt in de op te stellen Structuurvisie.
[grafiek_planning_op_hoofdlijnen_stationsgebied_Utrecht_1600pix_20160412]
Algemene toelichting planning
Om in een zeer intensief gebruikte omgeving als het Stationsgebied de bouwprojecten te kunnen realiseren, is het van vitaal belang om de planning van de werkzaamheden op elkaar af te stemmen. Het belang van afstemmen en monitoren van de planning wordt groter naarmate de bouwintensiteit in het gebied toeneemt. Immers, veranderingen in de planning van één onderdeel kunnen grote gevolgen hebben voor andere projecten - met alle gevolgen van dien.
Planningsanalyse
De ópenhartoperatie' - waarbij druk wordt gewerkt aan een nieuw Stationsgebied, terwijl de bestaande functies in gebruik moeten blijven - betekent ook in 2016 dat bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid een belangrijke rol spelen in de planning. Er is oog voor fietsers en voetgangers, maar bijvoorbeeld ook voor bussen en buspassagiers. Zo is er voor gekozen om met ingang van de zomerdienstregeling, (2 juli 2016),alle bussen van de centrumzijde naar de westzijde om te klappen. Hierdoor ontstaat aan de centrumzijde meer ruimte voor de bouw van het definitieve bus- en tramstation, het daarboven gelegen gebouw het Platform en het Noordgebouw. De noodzaak tot tijdrovende bouwfaseringen wordt hierdoor verkleind en daardoor is de kans op vertraging kleiner. Anderzijds is het op deze manier niet nodig dat bussen en buspassagiers door en langs meerdere bouwterreinen worden geleid, met alle veiligheidsrisico’s van dien. Overigens is een waterbed-effect niet geheel te voorkomen, omdat het voor de totale omklap nodig is om het tijdelijk busstation op het Jaarbeursplein uit te breiden. Dit betekent een stijging van de verkeersdruk rond de entree van de OVT op het Jaarbeursplein.
De opening van het eerste deel van de fietsenstalling onder het Stationsplein, eerder voorzien voor zomer 2016, is bewust een jaar naar achteren geschoven, vanwege vergelijkbare risico’s op het gebied van bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. De inschatting dat deze risico's, zowel rondom de stalling als daarbinnen de komende zomer te hoog zijn. Daarnaast maakt ingebruikname in 2017 het mogelijk om een veel groter deel van de stalling op dat moment in gebruik te hebben. Door dergelijke keuzes lijkt de 'openhartoperatie' soms wat langer te duren, maar is de kans op complicaties kleiner.
Planning op hoofdlijnen
De planning op hoofdlijnen geeft een overzicht van de uitvoering van de belangrijkste projecten in het Stationsgebied. De actuele planning is afgezet tegen de planning van april 2015. De grootste wijzigingen worden hieronder toegelicht.
Projecten
Aan de westzijde is eind 2015 het HOV-viaduct in gebruik genomen en daarmee is de busroute door de Leidseveertunnel naar de centrumzijde van de stad hersteld. Voor het Stadskantoor is het laatste deel van het Stationsplein West afgebouwd; dat sluit aan op de nieuwe stationshal. Ook zijn er weer nieuwe projecten in uitvoering gegaan: op het Jaarbeursplein is gestart met de bouw van de ondergrondse parkeergarage die in 2018 in gebruik wordt genomen. Tegenover het Stadskantoor is de ontmanteling van het kantoorpand Leeuwensteijn in volle gang en start binnenkort de bouw van het WTC. Aan de zuidwest kant is in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf begonnen met de transformatie van de Knoopkazerne tot een modern Rijkskantoor dat in 2018 de deuren opent.
Naast de herontwikkeling van de Knoopkazerne, is de planning van twee vastgoedontwikkelingen concreet geworden. Het hotel met woningen op het Jaarbeursterrein start vanaf eind 2017 en de uitvoering van de appartementen in de Westflank Noord van NS start nog dit jaar.
De bouw van het Entree-/Poortgebouw van Klépierre ligt op schema. Eind 2016 wordt fase 1 opgeleverd, medio 2018 de tweede fase. Het Vredenburgplein wordt in de eerste helft van 2017 definitief heringericht, aansluitend aan fase 1 van het Entree-/Poortgebouw. Dit betekent minder overlast voor omgeving en de markt.
Na ingebruikname van de fietsenstalling onder het Stationsplein- oost in de zomer van 2017 wordt de huidige tijdelijke fietsenloods op het Smakkelaarsveld verwijderd, zodat de busbaan tussen Leidseveertunnel en Vredenburgknoop definitief kan worden aangelegd. De loopstromen vanaf het Centraal Station gaan in 2017 over het nieuwe Stationsplein, als het plein gereed is. De huidige traverse kan worden gesloopt als deze looproute geen functie meer heeft. De afbouw van het zuidelijke deel van het Stationsplein (inclusief fietsenstalling) volgt in 2018, na sloop van de traverse.
De realisatie van de Moreelsebrug en de aanlandingen van de brug wordt sterk gefaseerd uitgevoerd. Realisering van de brugdelen boven het spoor is bijvoorbeeld alleen mogelijk tijdens zogeheten TreinVrijePeriodes. De westelijke helft van de brug boven de sporen is inmiddels geplaatst en in oktober 2016 volgt een volgende TreinVrijePeriode om de oostelijke spoorse delen te plaatsen. De brug landt aan beide zijden in een busstation dat in gebruik is. Dit vraagt dus aan beide zijden ruimte om de Moreelsebrug te kunnen afbouwen. Dit heeft in de zomer van 2016 een omklap van buslijnen van centrumzijde naar westzijde tot gevolg. Oplevering van de Moreelsebrug staat gepland voor eind 2016. De gecreëerde ruimte door de omklap van de bussen is ook nodig voor de uitvoering vanaf najaar 2016 van het tramstation voor de Uithoflijn en het daarboven gelegen gebouw het Platform.
Ingebruikname van het volledige busstation aan de jaarbeurszijde is nodig om de bussen te kunnen huisvesten die in de zomer van 2016 van de centrumzijde naar de westzijde verhuisd moeten worden. Tot aan de ingebruikname van de Uithoflijn in 2018 moet ook buslijn 12 hier nog halteren en zullen er daarom, aanvullend op de capaciteit van het busstation jaarbeurszijde, aan de westzijde extra bushalteplaatsen nodig zijn. Het huidige tijdelijke busstation op het Jaarbeursplein kan hierin voorzien.
Ingebruikname van de volledig nieuwe Stationshal is gepland eind 2016.
[Tabel_Stationsgebied_fase_1_1600pix_20160419]
De programmatabel is ten opzichte van 2015 ongewijzigd gebleven. De tabel is gebaseerd op het vastgestelde Structuurplan van december 2006. Momenteel wordt gewerkt aan de Structuurvisie Fase 2, waarin onder meer de programmering aan de orde komt. Op basis daarvan zal te zijner tijd een uitsplitsing gemaakt worden van de programmatabel fase 1 en fase 2 en ter besluitvorming worden voorgelegd, waarin ook de onderlinge uitwisselbaarheid zal worden aangegeven.
In eerdere bestuursrapportages/MPSO’s is aangegeven dat over drie hotelontwikkelingen in het Stationsgebied duidelijkheid bestaat. In voorgaande jaren zijn over hotelontwikkelingen in het Noordgebouw en het Poortgebouw privaatrechtelijke afspraken gemaakt. Tevens zijn deze ontwikkelingen publiekrechtelijk geborgd. Met Amrâth is in november 2015 privaatrechtelijk overeenstemming bereikt over een hotel in combinatie met woningen op de kop van het Jaarbeursterrein, onder voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring. Deze hotelontwikkeling past binnen de beleidsmatige kaders voor hotelontwikkelingen in Utrecht, maar leidt tot een beperkte overschrijding van het volume (uitgedrukt in vierkante meters brutovloeroppervlak) zoals is vastgelegd in het Structuurplan 2006. Wij leggen een besluit over deze overschrijding voor aan de raad.
Tweede fase Stationsgebied
Medio 2015 is de toekomstvisie ‘a Healthy Urban Boost’ voor de tweede fase Stationsgebied vastgesteld. Deze visie wordt momenteel uitgewerkt tot een structuurvisie, met als tussenstap zes keuzedocumenten over de onderwerpen identiteit en structuur, verkeer en parkeren, gezonde verstedelijking, duurzaamheid, stad op ooghoogte en ontwikkelingsstrategie. Deze keuzedocumenten gaan ook in op de moties en amendementen die afgelopen jaren zijn aangenomen en betrekking hebben op deze opgave. De documenten worden in een compact proces met de stad besproken vlak na de zomervakantie van 2016. Daarna worden de conclusies verwerkt in een structuurvisie, die voor de zomer van 2017 voor vaststelling aan de raad zal worden aangeboden.Randvoorwaardelijk voor deze structuurvisie zijn de Ruimtelijke Strategie Utrecht, het nieuwe mobiliteitsplan Slimme Routes, Slim regelen, Slim Bestemmen en de Bilaterale Ontwikkelovereenkomst met de Jaarbeurs, die allemaal voorjaar 2016 ter vaststelling worden aangeboden of al vastgesteld zijn.
Het planproces rond de keuzedocumenten en structuurvisie vindt zo open en transparant mogelijk plaats. In het stadskantoor is een - voorlopig nog provisorisch - stadslab ingericht, waarin met een groot aantal partijen wordt overlegd over de tussenproducten van de plannenmakers. In voorbereiding op een Citydeal wordt dit stadslab in de komende maanden uitgebreid, in samenwerking met het ministerie van I&M, de provincie, Rijkswaterstaat en mogelijk anderen, om ieder vanuit hun eigen rol en betrokkenheid bij de nieuwe, binnenstedelijke verdichtingsopgave hun expertise ter beschikking te stellen. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met het Utrecht Sustainability Institute rond thema’s van het Smart Sustainable District.
Placemaking en eerste verkeersmaatregelen doorstroming Westplein
Aan een succesvolle gebiedsontwikkeling gaat een fase van placemaking vooraf: het in gebruik nemen en identiteit geven van een gebied door tijdelijke activiteiten. Ter stimulering hiervan, onder andere op de Kop van Lombok en langs de centrumboulevard is ook als basis voor cofinanciering van derden, financiële ruimte nodig. Daarnaast zijn in 2017 ook al de eerste verkeersmaatregelen gepland ter realisering van het in de Toekomstvisie neergelegde beeld van de route over het Westplein in de vorm van verminderen van asfalt, in combinatie met organische gebiedsontwikkeling. Voor placemaking en de uitvoering van de eerste stappen Westplein is in de Voorjaarsnota 2016 € 2 miljoen bestemd.
Fietsparkeerbalans Stationsgebied
In de fietsparkeerbalans worden de ontwikkelingen rond het fietsparkeren beschreven tussen 2007 en 2020. De voorliggende update 2015 borduurt voort op de Fietsparkeerbalans 2014; dezelfde uitgangspunten zijn gehanteerd. In de balans van 2014 zijn de achtergronden, principes en uitgangspunten van de fietsparkeerbalans beschreven; deze zijn niet gewijzigd. In deze update 2015 is de fietsparkeercapaciteit geactualiseerd met de APS planning 2015.2 (Indicatieve Uitvoeringsplanning Stationsgebied Utrecht 2015.2) en zijn de nieuwe opgeleverde stallingen meegenomen. Daarnaast zijn nieuwe tellingen van het aantal gestalde fietsen (al dan niet in een stalling) in het Stationsgebied toegevoegd. Deze tellingen hebben eind november 2015 plaatsgevonden. In deze update worden de ontwikkelingen op fietsparkeergebied die in het afgelopen jaar plaatsvonden, beschreven en gesignaleerde knelpunten benoemd. De fietsparkeerbalans helpt bij het oplossen van deze knelpunten.
Belangrijkste ontwikkelingen en bevindingen in 2015
In 2015 waren er optimalisaties en uitbreidingen op het
Smakkelaarsveld. Ook is de extra tijdelijke fietsenstalling in Catharijnebak Rijnkade gerealiseerd. Begin 2016 is de tijdelijke fietsenstalling in Catharijnebak Rijnkade verder uitgebreid waardoor vanaf dat moment de fietsparkeerbalans aan de Oostzijde voldoet aan de prognoses van Prorail. Halverwege 2016 wordt er nog een extra tijdelijke fietsenstalling in de bocht van de HOV gerealiseerd, aan de oostzijde van het station. Met de opening van de eerste fase van de fietsenstalling Stationsplein, halverwege 2017, wordt qua fietsparkeercapaciteit de
eindsituatie al zo goed als bereikt. Aan de westzijde wordt de eindsituatie ook halverwege 2017 bereikt met de opening van de Knoopstalling.
De tellingen van het aantal gestalde fietsen geven aan dat het aantal mensen dat hun fiets rondom de OVT wil stallen, in het afgelopen jaar niet verder toenam. Momenteel zijn er ongeveer evenveel parkeerplaatsen beschikbaar in het Stationsgebied als de prognose van Prorail en het aantal getelde fietsen (gemiddeld genomen). Op basis van deze gegevens blijkt dat over de periode 2009 t/m 2015 het aantal fietsparkeerplaatsen sterk is gegroeid en dat er geen sprake meer is van een significante ondercapaciteit. Het is moeilijk voorspellingen te doen over hoe het fietsparkeren zich verder zal ontwikkelen in de komende periode.
In de grafiek hieronder, is voor de oost- en westzijde afzonderlijk de ontwikkeling aangegeven van het aanbod aan fietsparkeerplekken van 2013-2019. Ook is in de grafiek de Prorailprognose uit 2006 weergeven waarmee de verwachte vraag aan fietsparkeerplekken 2013- 2019 in beeld wordt gebracht. In het uiteindelijk aantal te realiseren OVT-gerelateerde fietsparkeerplekken is rekening gehouden met 20 procent zoekruimte. In de grafiek zijn ook aantallen getelde fietsen uit de metingen van 2013, 2014 en 2015 weergegeven. Het aantal dat daar is weergegeven, is het gemiddelde van het aantal getelde fietsen op een dinsdag en zaterdag overdag. Op deze twee dagen zijn namelijk de cijfers van tellingen overdag beschikbaar en dit zijn de twee meetmomenten waarop de meeste gestalde fietsen werden geteld. Het betreft dus het gemiddelde van twee piekmomenten. Er is voor gekozen dit gemiddelde te gebruiken in plaats van alleen de hoogste piek. In 2015 zijn de
tellingen van november gebruikt.
[grafiek_fietsparkeerbalans_mrt_2016_1600pix_20160429]
NB de volledige fietsparkeerbalans vindt u hier.
Bomenbalans Stationsgebied
De bomenvisie Stationsgebied (2008) gaat ervan uit dat er in 2030 minimaal evenveel bomen staan als bij de aanvang van de werkzaamheden in 2007; toen stonden er 1022 bomen. In maart 2016 staan er 617 bomen; er zijn 453 bomen gekapt. Voor elke gekapte boom komt een nieuwe boom terug. Van de 453 gekapte bomen zijn er zo’n 30 weggehaald via noodkap als gevolg van ziekte (met name iepziekte) of stormschade.
Meer bomen geplant dan gekapt; 2015 omslagpunt
Voor het eerst sinds de start van de uitvoeringswerkzaamheden in het Stationsgebied in 2007 zijn er in een jaar meer bomen geplant dan gekapt. Er zijn 67 nieuwe bomen geplant; daar- tegenover staan 29 gekapte bomen. In 2015 werden vooral bomen gekapt op en rond het Jaarbeursplein. Het jaar 2015 kan dan ook worden gezien als omslagpunt.
Nieuwe bomen geplant langs Catharijnesingel Noord
Eind 2015 zijn 37 nieuwe platanen geplant langs de opnieuw uitgegraven Catharijnesingel. Het gaat om het noordelijk gedeelte tussen de Vredenburgknoop en het Paardenveld. Begin 2016 zijn 30 iepen en lindes geplant in de omgeving van de Daalsetunnel/Paardenveld.
Prognose 2025
Op basis van de ambities in de bomenvisie 2008, de nu bekende ontwerpen van de verschillende deelgebieden en het aantal tot nu toe gekapte bomen, is een prognose gemaakt van het aantal bomen in het jaar 2025. Deze prognose laat zien dat er dan iets meer bomen zullen staan dan er in 2007 stonden. Zie onderstaande grafiek:
[Grafiek_aantal_bomen_in_stationgebied_2007-2025_1600pix_20160412]
NB de volledige Bomenbalans Stationsgebied vindt u hier.
Omgevingsmanagement en communicatie
Hoe minder overlast de gebruiker van het Stationsgebied ervaart, hoe meer begrip er is voor de werkzaamheden en hoe beter de reputatie is van het gebied. Binnen de organisatie ligt de prioriteit van de communicatieadviseurs en uitvoeringscoördinatoren daarom bij het leveren van een bijdrage aan een omgevingsbewuste organisatie.
Dit gebeurt door in het voortraject bij de planvorming kritisch mee te kijken bij voorgestelde omleidingsroutes en bebording en mee te toetsen aan de BLVC-plannen. Maar ook door de continue aandacht in het hier en nu: alert zijn op signalen van buitenaf en deze gevraagd en ongevraagd in de organisatie te beleggen.
Maar bovenal vraagt het om 24/7 alert te zijn op de on – en offline signalen. Dit vraagt intensieve samenwerking tussen communicatie, uitvoeringscoördinatoren en projectmedewerkers. Snel en adequaat inspelen op signalen en problemen waar mogelijk direct te verhelpen laten zien dat we serieus inspelen op signalen. Dat Utrechthier landelijk gezien behoorlijk in vooruitloopt, blijkt uit de vele aanvragen voor presentaties over onze omgevingsbewuste werkhouding in het Stationsgebied. Kroon op het werk was dit jaar de pluim, ontvangen van belangenorganisatie Solgu.
Naast de reguliere overleggen met belangengroepen over toegankelijkheid Stationsgebied zijn er schouwen door het gebied met vertegenwoordigers van belangengroepen. Op deze manier komen mogelijke belemmeringen naar voren, quick wins om op te pakken en wordt er een lijst met wensen bijgehouden voor volgende faseringen.
Gezamenlijke gebiedscommunicatie
De gezamenlijke informatievoorziening richt zich op Twitter, Facebook en YouTube. Op alle platforms is er veel beeld en een ontspannen en toegankelijke toon met verwijzing voor meer informatie naar de website CU2030.nl. Deze werkwijze leidt tot een toename van bezoekers aan de site. Het adequaat, persoonlijk en snel reageren op vragen en meldingen draagt bij aan vertrouwen en zichtbaarheid en zorgt voor een ‘gezicht’(CU2030). Het stijgend aantal volgers en ‘likes’, de vele ‘retweets en ‘shares’ en positieve berichten en de waardering van veel experts in dit vakgebied tonen aan dat er een goede tone of voice is gevonden.
Daarnaast blijft het Infocentrum een belangrijk middel om met een diversiteit aan doelgroepen contact te hebben. Dit is een centrale ontmoetingsplek in het Stationsgebied waar alle informatie te vinden is over de uitvoering en de plannen van het Stationsgebied en mensen persoonlijk te woord worden gestaan over alle soorten vragen en meldingen. Ook de uitverkochte schouwen en de rondwandelingen laten zien dat er behoefte is aan informatie over hoe we het werk doen. Dit jaar ondergaat het Infocentrum een uitgebreide update met de komst van nieuwe maquettes en aanvullende informatie.
De Omgevingsmonitor 2015 geeft goed weer hoe de we de stad bereiken en hoe de stad ons bereikt. De volledige Omgevingsmonitor 2015 vindt u hier
Merwedekanaalzone
[overzichtsfoto MWKZ]
De Merwedekanaalzone is ongeveer 70 hectare groot en kent uitstekende condities om te transformeren naar duurzame en gezonde stadswijken: de centrale ligging grenzend aan het nieuwe centrum, de kwaliteiten van het Merwedekanaal en de cultuurhistorische waardevolle gebouwen. Een hoge mate van stedelijkheid en een beperkt gebruik van de auto ligt hier voor de hand.
De transformatie naar een nieuw stedelijk woon-, werk- en recreatiegebied is al in gang gezet. De afgelopen jaren zijn de Villa Jongerius en de Cereol fabriek gerenoveerd en getransformeerd tot (horeca)voorzieningen. Met de oplevering van City Campus Max zijn zo’n 1000 studenten- en startersappartementen toegevoegd. Op dit moment is Twogether in aanbouw; 260 woningen worden gerealiseerd, zowel startersappartementen als middeldure huurwoningen. In totaal verwachten we dat er in de periode tot 2030 in de deelgebieden 4, 5 en 6 (tussen Van Tellingenlaan en A12) zo’n 6.000 tot 10.000 woningen gerealiseerd kunnen worden in de Merwedekanaalzone.
In 2014 heeft de gemeenteraad besloten in deelgebied 4 (tussen Van Tellingenlaan en Wilhelminalaan) het voormalige Defensieterrein aan de Overste den Oudenlaan aan te kopen. Inmiddels is hiervoor een Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) opgesteld dat het kader vormt om een gezonde, energiezuinige en duurzame nieuwe stadswijk te ontwikkelen. De stadswijk gaat woonruimte bieden aan mensen die graag gebruikmaken van centrumstedelijke voorzieningen, waaronder starters en gezinnen die in de stad willen blijven wonen. Het SPvE biedt ruimte aan een woningbouwprogramma tussen de 450 en 500 woningen, waarvan tussen de 200 en 300 appartementen in een gedifferentieerde samenstelling van zowel (betaalbare) koop als beleggers- en sociale huur (20 procent) voor diverse doelgroepen, zoals senioren, starters en/of studenten. Het overige programma betreft circa 250 eengezinswoningen. In deelgebied 4 ligt er ook een bestemmingsplan gereed voor woningbouwplan Wilhelminawerf. Hier komen zo’n 170 woningen (koopappartementen en beleggershuurwoningen). Dit plan heeft een binnenhaven en een horecavoorziening.
Voor de overige ontwikkelingen in de Merwedekanaalzone wordt samengewerkt met alle partners in het gebied. Zo wordt er het samenwerkingsverband Meer Merwede door eigenaren, ontwikkelaar, gebruiker, provincie en gemeente verder gewerkt aan transformatie van deelgebied 5 (tussen Wilhelminalaan en Beneluxlaan) met mogelijk wel zo’n 3.000 woningen. Tijdelijke functies zoals bijvoorbeeld de Vechtclub XL en de Stadstuin geven nu kwaliteit aan het gebied. Voor verdere transformatie is een aantal randvoorwaarden essentieel: het verhuizen van de tippelzone en het verplaatsen van de busremise en het laten verdwijnen van milieuzoneringen onder andere door LPG-vulpunt. Inmiddels ontstaan er in deelgebied 6 (tussen Beneluxlaan en A12) ook initiatieven voor transformatie naar woningbouw. In totaal gaat het hier om zo’n 2.000 woningen.
Bij de opgave van 6.000 tot 10.000 woningen in de Merwedekanaalzone is de mobiliteitsopgave een grote bepalende factor. Passend bij gezonde verstedelijking is het streven hierbij de mobiliteitsgroei op te vangen met OV en fiets. Bij de invulling van het openbaar gebied speelt groen een belangrijke rol. Als contramal voor de stedelijke invulling komt er een Rondje Stadseiland.
In de Voorjaarsnota (bij het onderdeel investeringsimpuls) is het voorstel om de komende jaren € 4 miljoen beschikbaar te stellen voor de verdichtingsopgave in de Merwedekanaalzone. De komende maanden wordt nader bekeken welke van de in de investeringsstrategie genoemde opgaven voor de Merwedekanaalzone (zoals de verbetering fiets- en wandelverkeer, verplaatsing prostitutiezone en busremise) de meeste prioriteit hebben. De rapportage hierover volgt bij de Peilstok 2016 (gekoppeld aan de programmabegroting).
Utrecht Science Park - Oost
Het Utrecht Science Park (USP)/De Uithof heeft behoefte aan groeiruimte. Binnen USP/De Uithof zelf is de groeiruimte beperkt en is de schaarse ruimte vooral gereserveerd voor faculteitgebonden functies. Om de verdere groei van USP te faciliteren en te stimuleren, biedt Rijnsweerd kansen, onder andere door het transformeren van het stadsdeel A28 tot stadsweg, de geplande herontwikkeling van de locatie Archimedeslaan 16 tot studentencampus voor studenten en starterswoningen en aanvullende voorzieningen, een kwaliteitsverbetering van de Archimedeslaan en transformatie van het Daltonpark. Het gebied tussen De Uithof en de binnenstad, met name Rijnsweerd, heeft ruimte en potentie om zich te ontwikkelen tot een onderdeel van het USP. Dit is meteen ook een kans om het USP beter te verbinden met de stad, waarbij Rijnsweerd dezelfde (campus) kwaliteiten kan krijgen als nu al in De Uithof aanwezig zijn, met een mix van functies in een aantrekkelijk groen raamwerk met een netwerk van passende fietsverbindingen in Utrecht Oost en het Utrecht Science Park.
[USP universiteit Utrecht]
Een belangrijk aandachtspunt daarbij is dat de groei van De Uithof ook een nadrukkelijke mobiliteitscomponent kent. Om deze doorontwikkeling mogelijk te maken, is verbetering van de bereikbaarheid en ontsluiting noodzakelijk met een systeemsprong OV. Vanwege het grote aantal reizigers van Utrecht CS naar het Stationsgebied is op dit moment de Uithoflijn al in aanleg. In het MIRT-onderzoek OV regio Utrecht dat door Rijk en regio is uitgevoerd, is echter geconstateerd dat zelfs met de komst van de Uithoflijn rond 2025 de grenzen van de Uithoflijn en andere OV-verbindingen waarschijnlijk al zijn bereikt. Inmiddels is de gebiedsverkenning Utrecht Oost gestart waarbij door Rijk, regio en USP gewerkt wordt aan een gezamenlijke visie, uitgewerkt in een programmering van ruimtelijke en mobiliteitsprojecten. Vertramming van de binnenstadsas is hierbij één van de oplossingsrichtingen die verder onderzocht wordt als oplossing voor het bereikbaar houden van het USP en de leefbaarheidsproblematiek in de binnenstad en als kans om de verbinding tussen stad en USP ruimtelijk te versterken.
[Johanna Uithof DSCF6546]