Reserve Stedelijke Herontwikkeling

Wat is de Reserve Stedelijke Herontwikkeling?

De Reserve Stedelijke Herontwikkeling is een samenvoeging van verschillende budgetten op het terrein van stedelijke ontwikkeling  (ISV 2 en 3, Impulsbudget, BLS, BWS en DSM). Gelijktijdig met de samenvoeging heeft de raad in 2014 ook een nieuw bestedingskader voor de verdeling van de middelen en een programmering vastgesteld.

De Reserve Stedelijke Herontwikkeling is bedoeld voor een noodzakelijke bijdrage aan een beperkt aantal binnenstedelijke grondexploitaties, maar vooral om aan te sluiten bij initiatieven van anderen. Het gaat vaak om initiatieven die bijdragen aan het realiseren van gemeentelijke ambities op het terrein van stedelijke herontwikkeling die niet of onvoldoende ‘vanzelf’ door de markt worden opgepakt. Interventies via publieke financiering kunnen dan soms noodzakelijk zijn. De gemeente sluit  dan aan bij de investering van derden. Zo is bijvoorbeeld de transformatie van bedrijventerreinen of leegstaande kantoorgebouwen een ambitie van het college, die in veel gevallen niet volledig door de markt gedragen zal worden. Naast specifieke ambities, zijn er ook specifieke locaties in de stad die - gezien de ruimtelijke kwaliteit - vragen om stedelijke herontwikkeling, maar die niet door de markt worden opgepakt. Denk hier bijvoorbeeld aan de verbetering van de openbare ruimte in wijken als Kanaleneiland en Overvecht. Met een (stimulerings-)bijdrage van de gemeente, kunnen initiatieven van allerlei investerende partijen en bewoners mogelijk gemaakt worden. In de meeste gevallen gaat het dan om investeringen in de openbare ruimte. In andere gevallen kan het bijvoorbeeld gaan om het financieren van een stimuleringsbijdrage of kennisontwikkeling.

[themadreven05_DSC8885]

In het MPSO 2015 is de programmering van de Reserve Stedelijke Herontwikkeling opnieuw geactualiseerd op basis van de belangrijkste prioriteiten van dat moment. Deze herprogrammering maakte inzichtelijk dat eind 2017 de reserve nagenoeg leeg zal zijn. Sinds 1 januari 2015 komen er geen nieuwe middelen meer vanuit Rijk (zoals ISV) op het terrein van stedelijke herontwikkeling. Stedelijke herontwikkeling is echter een continu proces; nieuwe wensen op het terrein van stedelijke herontwikkeling dienen zich voortdurend aan. Dat was een van de aanleidingen om bij de Voorjaarsnota 2015 vast te stellen dat de gemeente  een verkenning gaat uitvoeren om de actualisatie van de Ruimtelijke Strategie te verbinden aan een financiële strategie; een koppeling van inhoud aan financiële mogelijkheden om bij de Voorjaarsnota 2016 met een concreet financieel voorstel te komen hoe de ruimtelijke ambities kunnen worden ingepast in het structurele financiële beeld. Dit heeft geleid tot de investeringsstrategie als onderdeel van de Ruimtelijke Strategie die gelijktijdig met dit MPSO ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de Raad.

Relatie met de verantwoording

In 2015 is een deel van het fonds Stimulering Woningbouwproductie vrijgevallen. Het betreft een subsidie voor het project Vlek 3 Kanaleneiland begroot op € 1,055 miljoen en vastgesteld op € 0,674 miljoen. Daarnaast vallen er enkele kleinere bedragen vrij voor lager vastgestelde subsidies. In totaal betreft het een bedrag van € 0,469 miljoen.
Bij de vaststelling van de integrale programmering stedelijke herontwikkeling (raadsbesluit 2014) is aangegeven dat als er vanuit het fonds Stimulering Woningbouwproductie middelen vrijvallen, deze alsnog zullen worden toegevoegd aan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling.

Bij de verantwoording 2015 wordt daarom met een bestedings- en dekkingsvoorstel  gedaan om de vrijvallende middelen uit het fonds Stimulering Woningbouwproductie toe te voegen aan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling.

Bestedingskader en beleidsregel

In juni 2015 heeft het college de beleidsregel ‘Stedelijke herontwikkeling: ruimte voor initiatief’ vastgesteld. Deze beleidsregel is gebaseerd op het door de raad vastgestelde bestedingskader. Door de vaststelling van de beleidsregel, kunnen middelen uit de reserve nu ook in de vorm van subsidie worden toegekend aan initiatieven die de ruimtelijke kwaliteit van de stad versterken. Om daadwerkelijk ‘ruimte voor initiatief’ te bieden, zijn de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen en de eisen die aan een subsidieaanvraag worden gesteld,  ruim geformuleerd.
In 2015 is nog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om subsidie aan te vragen via deze beleidsregel.

Bestedingen in 2015

Per 1 januari 2015 was er ruim € 24 miljoen te besteden vanuit de Reserve Stedelijke Herontwikkeling. In 2015 is circa € 6,5 miljoen uitgegeven. Dat betekent dat er per 1 januari 2016 nog ruim € 17,5 miljoen beschikbaar is.

[tabel_Onderdelen_van_de_programmering_1600pix_20160419]

Bouwen aan de Stad
Voor Bouwen aan de Stad is in Overvecht gewerkt aan de herinrichting van het Stationsgebied.  Daarnaast zijn aanpassingen gedaan aan de wijkring en is de openbare ruimte bij de THEMA-flats opnieuw ingericht. In Ondiep is een start gemaakt met het ontwerp voor de herinrichting van de openbare ruimte na de renovaties. Omdat de renovaties vertraagd zijn, is ook de herinrichting –anders dan gepland - niet in 2015 uitgevoerd; dit ,  zal in 2016 plaatsvinden. In Kanaleneiland is - aansluitend aan de renovatie - een start gemaakt met de herinrichting van de Pearsonlaan en is een aantal vastgestelde bijdragen aan gebouwd parkeren betaald aan corporaties. Ook de herinrichting van de pleinen in Kanaleneiland Zuid is afgerond.

Transformatie projecten
Als het gaat om transformaties zijn de grootste uitgaven gedaan voor het Centrum Overvecht en voor het Hart van De Meern.  De stand van zaken van deze projecten is te vinden via het onderdeel ‘Projecten’.

Utrecht maken we samen: kennisontwikkeling, netwerk en ruimte voor initiatieven
Samen met ‘nieuwe’ en ‘oude’ initiatiefnemers is de gemeente op een aantal locaties in de stad bezig om vorm en inhoud te geven aan andere vormen van gebiedsontwikkeling en innovatieve projecten. Tijdens – op initiatief van de raad georganiseerde – expertmeetings (najaar 2015) vormden  de deelnemers ideeën over Samen Stadmaken. Hieraan wordt in 2016 verder gewerkt.
Bekende voorbeelden zijn Merwedekanaalzone  5, het Werkspoorkwartier en Oosterspoorbaan, maar ook in de Binnenstad, bij het Muziekplein in Terwijde en in de Kanaalstraat wordt samen met betrokkenen gezocht naar andere vormen van samenwerking en financiering.

[werkspoor09_DSC9707]

Voor het aansluiten bij initiatieven uit de samenleving op het terrein van stedelijk herontwikkeling en voor kennisontwikkeling is in de reserve (binnen het onderdeel Transformaties) in 2014 € 2,5 resp.  € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld.
Vanuit dit budget is in 2015 onder andere bijgedragen aan het jaarprogramma van Expodium ‘Unmaking the Netherlands’, waarmee niet alleen het Werkspoor-/Cartesiusgebied positief op de kaart werd gezet, maar door lezingen en ook andere bijeenkomsten werd bijgedragen aan kennisuitwisseling over gebiedsontwikkeling-nieuwe-stijl.
Samen met een aantal ontwikkelaars, gemeenten en het  ministerie van BZK nemen we deel aan en dragen we financieel bij aan een publiek-private denktank die moet resulteren in de PPS-publicatie ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder 2.0’.
Het thema ‘The next economy’ van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) heeft in het Utrechtse projectatelier van de IABR de invulling ‘de gezonde stad’ gekregen. Er vonden verschillende bijeenkomsten plaats waaraan door een breed publiek werd deelgenomen. Ook hieraan draagt de gemeente financieel bij.

Overige ruimtelijke ontwikkelingsprojecten
De grootste bestedingen bij de overige ruimtelijke ontwikkelingsprojecten betreffen de afronding van de aanleg van de fietsbrug over de Noordelijke Randweg Utrecht en de bijdrage gebouwd parkeren voor Transwijk die in 2015 financieel is afgerond.
In 2015 hebben geen bestedingen plaatsgevonden vanuit de BSSB-regeling. Belangrijkste oorzaak hiervan is het achterwege blijven van (grootschalige) herstructurering en renovatieprojecten die nadelige gevolgen voor direct betrokken ondernemers opleverden.

Herprogrammering

In 2015 is een aantal projecten afgerond. Sommige projecten zijn met minder middelen tot stand gekomen dan oorspronkelijk begroot. Ook is het budget voor een aantal projecten verlaagd of komen te vervallen vanwege andere prioriteiten of uitgaven in de afgelopen jaren. Dit levert in totaal ruimte op van ongeveer € 0,8 miljoen voor herprogrammering. Daarnaast wordt er ongeveer € 0,4 miljoen toegevoegd aan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling door vrijval van Stimuleringsfonds Woningbouw (zoals beschreven in de paragraaf 'relatie met verantwoording'). Door deze toevoeging is er in totaal ongeveer € 1,2 miljoen beschikbaar voor herprogrammering.

Om te kunnen bepalen welke projecten daarvoor in aanmerking komen, zijn knelpunten en wensen geïnventariseerd op het terrein van stedelijke herontwikkeling. Deze zijn vervolgens beoordeeld op basis van de criteria uit het bestedingskader dat door de raad is vastgesteld en afgestemd met het Meerjaren Groen Programma, beheer- en onderhoudsprogramma’s en het Programma Bereikbaarheid.
Op basis daarvan is een beperkt aantal projecten opgenomen in de nieuwe programmering.  Deze programmering is aanvullend op de investeringsimpuls die in het kader van de Ruimtelijke Strategie Utrecht wordt voorgesteld bij de Voorjaarsnota. Omdat besluitvorming over de investeringsimpuls en het MPSO gelijktijdig is gepland, is ervoor gekozen om de Reserve Stedelijke Herontwikkeling in zijn huidige vorm en op basis van het bestaande bestedingskader te herprogrammeren. Bij positieve besluitvorming over de investeringsimpuls in het kader van de Ruimtelijke Strategie, kan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling op basis van voorliggende herprogrammering worden toegevoegd aan de investeringsimpuls.  
Omdat in het voorstel voor de investeringsimpuls met name projecten in prioritaire gebieden zijn opgenomen,  is gekozen om voor de Reserve Stedelijke Herontwikkeling met name geld beschikbaar te stellen voor de overige gebieden in de stad. Daarnaast is ervoor gekozen om  met name projecten op te nemen die stedelijke herontwikkeling, cofinanciering vanuit de Provincie of de herinrichting van openbare ruimte, gekoppeld aan het productieprogramma van corporaties, mogelijk maken. Dit sluit aan bij de uitgangspunten uit de investeringsstrategie om in gezamenlijke verantwoordelijkheid de investeringsopgave te financieren en met de gemeentelijke investeringen een multipliereffect te genereren.  

De nieuwe programmering en de wijzigingen ten opzichte van de bestaande programmering (inclusief toelichting) is voor de raad toegevoegd als vertrouwelijke bijlage. In deze nieuwe programmering zijn alvast reserveringen inzichtelijk gemaakt voor de post ‘Ruimte om aan te sluiten bij initiatieven’.  Nadere afstemming met de initiatiefnemers en definitieve besluitvorming over toekenning van het budget moet nog plaatsvinden. Daarvoor gelden de afspraken uit het door de raad vastgestelde bestedingskader (een bijdrage boven € 50.000 wordt ter besluitvorming aan het college voorgelegd).

Aandachtspunten 2016

Bij het besluit over de Prestatieafspraken met de woningcorporaties (2016-2019) is vastgelegd dat de corporaties vanaf 1 januari 2016 100 procent van de meerwaarde bij verkoop en integrale herontwikkeling afdragen aan de gemeente. Vastgelegd is dat tweederdedeel van deze meerwaarde zal worden toegevoegd aan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling  en binnen de Reserve Stedelijke Herontwikkeling gelabeld worden voor uitbreiding van de sociale huurwoningvoorraad, duurzaamheidsmaatregelen in de sociale sector en herontwikkeling openbare ruimte gekoppeld aan herstructureringslocaties.

Bij de verantwoording van het begrotingsjaar wordt een bestedings- en dekkingsvoorstel opgesteld om de gerealiseerde meerwaarde toe te voegen aan de Reserve Stedelijke Herontwikkeling . Dat zal voor het eerst gebeuren bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen over 2016 (dat is het eerste jaar dat deze meerwaarde gerealiseerd kan worden). Deze voorstellen worden behandeld bij de Voorjaarnota van 2017. Als bij de Voorjaarsnota 2016 besloten wordt tot het toevoegen van de Reserve Stedelijke Herontwikkeling aan de investeringsimpuls, zal de genoemde meerwaarde worden toegevoegd aan de investeringsimpuls.
Voor de investeringsimpuls zal een nieuw bestedingskader opgesteld moeten worden, omdat het huidige bestedingskader van de Reserve Stedelijke Herontwikkeling niet aansluit bij de Ruimtelijke Strategie 2016. Het nieuwe bestedingskader zal in 2016 ter besluitvorming worden aangeboden aan de Raad. In dat bestedingskader zal ook worden aangegeven hoe de tweederdemeerwaardeafdracht van de corporaties besteed wordt en op welke manier deze wordt toegekend. Huurders van de corporaties worden betrokken bij het opstellen van dat deel van het bestedingskader.

Op basis van het nieuwe bestedingskader voor de investeringsimpuls wordt bij de Voorjaarsnota 2017 voor het eerst een programmering voorgelegd waarbij ook de meerwaardeafdracht is betrokken.